Hoe de angel naar boven kwam: geen tijdgebrek maar angst!
Marije Klein is docentonderzoeker Nederlands bij mbo-instelling Rijn IJssel. Zij behaalde eerder al een mooie 9,5 voor haar eerste PAO voor haar studie Docent Nederlands, mét het Handboek Participatief Actieonderzoek van Madelon Eelderink als leidraad en is nu met haar tweede PAO bezig.
Het vraagstuk
Veel mbo-studenten ervaren een apart ‘lesje’ Nederlands als losstaand en weinig motiverend. Marije Klein onderzocht daarom: hoe kan Nederlands duurzaam worden geïntegreerd in de beroepslessen van Journalistiek & Media?
‘Als je taal in de beroepscontext aanbiedt, dan snappen studenten veel beter waar het over gaat, zijn ze gemotiveerder én blijft het beter hangen. Integratie van basisvaardigheden in beroepsonderwijs is dus heel belangrijk. Dat weten we al heel lang, alleen gebeurt het nog veel te weinig. Wat is er nodig om ervoor te zorgen dat dit wél gebeurt?’, vertelt Marije.
Inmiddels is Marije gestart met haar vervolgonderzoek, gesteund door een Comeniusbeurs van het NRO. Het tweede onderzoek richt zich op álle basisvaardigheden binnen de opleiding (dus ook rekenen, burgerschap en Engels).
Handboek Participatief Actieonderzoek
‘Ik werkte al 7 jaar als docent voor de opleiding. PAO is dan een heel geschikte methode om stapsgewijs toch een onderzoek te doen’. Het Handboek Participatief Actieonderzoek leidde Marije door de zeven methodische stadia.
‘Ik had van tevoren wel een idee wat de uitkomst van het onderzoek zou zijn. Ik zat natuurlijk al midden in de materie, maar dat kan ook voor een vertroebelde blik zorgen. Door de methodische stadia te volgen, bleek er namelijk toch iets anders aan de hand te zijn. Zonder het doorlopen van de 7 stadia van PAO, was dat zeker een valkuil geweest’.
Inzichten
Bij de analyse van de interviews bleek dat niet het vernomen tijdgebrek, maar een stille angst voor het aan de slag gaan met de materie de grootste hindernis was. ‘Toen ik iedereen gesproken had en de codebomen op de gesprekken losliet, ontdekte ik nog andere lijntjes die steeds boven kwamen. Beroepsdocenten zeiden: ‘Ik weet niets van Nederlands of van d’tjes en t’tjes’ en taaldocenten zeiden: ‘Ik weet niets van camera’s of hoe ik dat moet integreren in mijn lessen’. Er was dus eigenlijk vooral angst voor het onbekende. Dat kwam veel meer naar boven dan ik zonder de methode had bedacht. Wanneer je daarmee aan de slag kan gaan, en je krijgt de randvoorwaarden zoals tijd en facilitering, dan kom je een heel eind’.
Blauwdruk voor het onderwijs
Momenteel maakt Marije een blauwdruk zodat andere teams hier ook mee aan de slag kunnen: ‘De blauwdruk wordt gebaseerd op de zeven stadia uit het Handboek Participatief Actieonderzoek. Als andere teams straks ook de basisvaardigheden willen integreren in hun opleiding, kunnen ze met die blauwdruk aan de slag. Onze ambitie is om de blauwdruk op onze school door te ontwikkelen zodat het daarna bij alle mbo-opleidingen gebruikt kan worden’.
Resultaten en acties
‘Binnen de opleiding hebben we de Nederlands en Engels docenten toegevoegd aan onze redactieomgeving. In deze omgeving gaan de studenten echt aan de slag, bijvoorbeeld in de tv-studio. De taaldocenten zitten niet meer in een lokaal achteraf, maar zijn te vinden op de plek waar studenten het beroepsonderwijs toepassen. De studenten moeten nu bijvoorbeeld een boekenitem verwerken in hun eigen tv-show. Op die manier wordt Nederlands bijvoorbeeld volledig geïntegreerd in een beroepsproduct’, legt Marije uit.
Het participatieve karakter zorgde ervoor dat alle betrokkenen vanaf dag één meedachten én meededen: ‘Het moment dat we het bespreekbaar maakten, is er ook werkelijk al verandering’.
Marijes ervaring laat zien dat methodisch Participatief Actieonderzoek meer oplevert dan een rapport; het zet direct processen in beweging. “Door de zeven stadia van PAO te volgen voorkom je een vertroebelde blik, zelfs als je midden in de materie zit,” zegt ze.